De mens, zijn geest en zijn ervaring van de werkelijkheid (deel 1)

     Jan Wedeven

     mei 2022

-  Alles in het leven is een kwestie van vertrouwen  -

Begrip van en inzicht in de werkelijkheid op grond van voldoende ervaring leveren kennis op, kennis van de werkelijkheid. Goed begrip van de zintuiglijke ervaring en de perceptie van de werkelijkheid leidt tot betrouwbare kennis binnen de menselijke mogelijkheden.
Geloof in de zin van vertrouwen in de mens en zijn vermogens en mogelijkheden is nodig – een noodzakelijke voorwaarde - om de werkelijkheid te kunnen kennen en die kennis te benutten, want kennis komt voort uit betrouwbare ervaring. Dat zal ik proberen duidelijk te maken.

Terugkoppeling (feedback) en progressie

Kennis - dat is per slot van rekening wetenschap - vloeit voort uit begrip (van causale verbanden) en inzicht op grond van individuele en/of collectieve, in principe reproduceerbare ervaring (empirie) en vervolgens vloeit meer of beter begrip voort uit die kennis op grond van meer of andere ervaringsfeiten: een feedback systeem van inductie en deductie op basis van ervaringsfeiten, vergelijkbaar met communicatie op basis van informatie.

Zo is wetenschap voortschrijdend inzicht in de werkelijkheid die in beweging is: een proces in de zin van een feedback systeem, een proces dat zichzelf controleert en prolongeert.

Zingeving

De zintuiglijke waarneming van de objectieve werkelijkheid (met zijn inherente logica/causaliteit, daar kom ik nog op terug) buiten ons komt tot stand binnen ons denkproces door systematische interpretatie en selectie van de via de zintuigen binnenkomende signalen afkomstig van die werkelijkheid. Deze waarneming - individueel en/of collectief - is zingeving van die signalen ten behoeve van onze ervaring (empirie) van de werkelijkheid, die we vervolgens evolueren en evalueren met behulp van ons verstand tot kennis, namelijk door middel van feedback – dat is inductie en deductie op basis van de min of meer betrouwbare objectieve ervaringsfeiten - dus tot wetenschap.

Betrouwbaarheid

Geloof en vertrouwen a priori in het menselijke vermogen tot perceptie van de werkelijkheid en in de mogelijkheden van de ratio – het verstand - om die gepercipieerde werkelijkheid te verklaren en te leren kennen - als voorwaarde - doen de (dynamische) werkelijkheid aan bod komen op coherente, zinvolle en betrouwbare wijze.

Dit kan ik als volgt toelichten. In het algemeen zijn positieve vooronderstellingen alias uitgangspunten bij wijze van paradigma wetenschappelijk gezien noodzakelijk om de werkelijkheid zoals we die waarnemen en ervaren te kunnen onderzoeken en te leren kennen, zoals inductie voorwaarde is van deductie. Een theoretisch denkkader is nodig om die werkelijkheid te kunnen onderzoeken en verklaren en hem zodoende te leren kennen. Geloof, dat wil zeggen vertrouwen, a priori in die menselijke vermogens en mogelijkheden is zo’n uitgangspunt in de zin van paradigma. Een paradigma kan niet nader worden gefundeerd.

Geloof in de zin van vertrouwen als noodzaak

Vanuit dat positieve geloof, die overtuiging, zegt de rationalist Descartes in zijn “Discours de la methode” in de humanistische traditie: ik denk dus ik ben, twijfelende aan alles (inclusief de empirie) behalve zijn rationele vermogen dat twijfelen überhaupt mogelijk maakt – je zult ergens vanuit moeten gaan, dat is nu eenmaal noodzakelijk - en Kant zegt als filosoof van de Verlichting: durf te denken, te weten en wijs te zijn en wees mondig, vanuit datzelfde geloof in de mens, dat principiële vertrouwen in de menselijke mogelijkheden tot kennis en kunde. Empiristen als Newton en Hume en later ook Popper (als materialist) beschouwen de empirie als noodzakelijk uitgangspunt voor alle wetenschapsbeoefening. Kant verenigde het rationalisme en het empirisme. Empirie en ratio zijn beide noodzakelijk voor wetenschap of wetenschappelijk onderzoek. Al in de oudheid relativeerde Plato de werkelijkheid die we waarnemen als schijn ten opzichte van de ideeën die de waarheid vertegenwoordigen: in zijn ideeënleer.

De natuur (de werkelijkheid) zou niet bestudeerd kunnen worden, als die niet onafhankelijk zou bestaan van de zintuiglijke ervaring, zegt Einstein in reactie op het “logisch positivisme” van Popper en diens medestanders. Volgens die leerschool is er geen werkelijkheid buiten de empirie.

Lees verder >>>