De amorele kwaliteit van het moderne denken (2)

      Jan Wedeven

Effectieve vraag

De beroemde econoom die de zware crisis van de jaren 30 wist te bezweren, J.M. Keynes, heeft aangetoond dat het veel zinvoller en socialer is om uit te gaan van de effectieve vraag van de consument, dan van het aanbod van de producent. De effectieve, koopkrachtige vraag maakt (zinvolle) productie mogelijk. Zonder vraag geen aanbod. Niet andersom.

De arbeiders (of personeelsleden) zijn namelijk niet alleen leveranciers van de factor arbeid ten dienste van de ondernemers, maar ze zijn ook – mits behoorlijk beloond – de consumenten die samen, door middel van hun bestedingen, het aanbod van de nodige producten en diensten genereren.

Daarom moest de staat enorm investeren (en niet als een gierige boekhouder bezuinigen zoals Colijn deed) om nieuwe koopkracht te creëren en de malaise te doorbreken. Zo kwam er een einde aan die economische depressie.
Tijdens de recente crisis is hard bezuinigd. Dat was dan ook verkeerd volgens kritische economen. De kolossale malversaties van de banken zijn afgewenteld op de bevolking.

Er ging geen Europees geld naar Griekenland, geen cent, maar naar noodlijdende Griekse banken en slechts als lening (onder asociale voorwaarden, namens onze minister Dijsselbloem - over personele unies gesproken).

Commercialisering

Door het consequent centraal stellen van het aanbod van producten en diensten, zijn zaken als marktaandeel, marketing van een onderneming en competitie met andere aanbieders al te interessant geworden. Men meent door middel van slimme marketing vraag te moeten creëren. We worden overstelpt met overbodige en schadelijke producten. Het gezichtspunt van de ondernemer is heilig verklaard. Nutsbedrijven zijn geprivatiseerd. Wij betalen hun marketing en sponsoring. Ze doen met hun winsten waar ze maar zin in hebben.

Heel merkwaardig zijn de talloze hydraterende crèmes van de cosmetica-industrie, de een nog duurder dan de ander. Het zou natuurlijk niet best zijn als onze huid waterdoorlatend was. Maar het woord hydraterend is kennelijk suggestief.

Het internet is een mooi instrument, maar vergroot de mogelijkheden voor malafide ondernemers enorm. Daar is geen remedie tegen bedacht. Het is immers aanbod, en werkgelegenheid.

Het locale bestuur gedraagt zich steeds meer als ondernemer. In oude steden is het aanbod afgestemd op massatoerisme, dat het centrum onleefbaar maakt. In Venetië laat het geprivatiseerde havenbedrijf grote cruiseschepen toe, die de fundamenten aantasten en het water vergiftigen. Grote investeerders, concerns en bouwbedrijven bepalen wat er gebeurt.

Vooronderstellingen

Economisch onderzoek – met name macro-economisch onderzoek - is op zichzelf niet verkeerd. Het heeft zijn nut voor de maatschappij. Daar kan de regering of de politiek gebruik van maken in het belang van de samenleving als geheel.

Het bedrieglijke daarbij is wel dat economische inzichten slechts voorwaardelijk geldig zijn: binnen de stilzwijgende vooronderstellingen ervan, waaronder het per definitie amorele karakter van die inzichten.

Een andere vooronderstelling betreft de samenleving zoals die nu eenmaal is, rechtvaardig of niet. De relevante maatschappelijke verhoudingen, zoals arbeidsverhoudingen en eigendomsverhoudingen, worden verondersteld te blijven zoals ze zijn, vergelijkbaar met de ceteris paribus clausule van een natuurkundig experiment.

The powers that be

Deze beide bestaansvoorwaarden van economische bevindingen blijven doorgaans onbenoemd. Dat is erg misleidend. Zo lijken die inzichten op absolute waarheden. Dat is dus schijn. Neem de ramingen van het Centraal Planbureau. Die worden algemeen geaccepteerd als correct of zelfs als leidraad. Maar ze zullen zeker niet bevorderlijk zijn voor maatschappelijke veranderingen of verbeteringen, of hoogstens toevallig. “The powers that be” moeten gelijk blijven, anders kloppen de voorspellingen niet.

Zo kunnen bankiers, topbestuurders enz. zich grote vermogens blijven toe-eigenen - over eigendomsverhoudingen gesproken. Multinationals blijven grof profiteren van armoede en corruptie in de derde wereld. Westerse leiders en ondernemers collaboreren met usurpators. Het is kwade trouw, mala fides, die zichzelf in stand houdt. Niemand wenst zich er immers echt voor te interesseren. Dat verandert niet zolang het onverschillige neoliberale denken geen tegenwicht krijgt.

Loon naar werk

Bedrijfsleiders bepalen in principe hun eigen beloning, ongelimiteerd. Dat is natuurlijk niet eerlijk. De ideologische rechtvaardiging van die lelijke anomalie is, dat het werk van de directie in het belang is van alle andere medewerkers; daarom mag de beloning groot zijn. Het is een drogreden, want die anderen hebben geen zeggenschap over hun belangen; daar gaat de directie over. Die mag zich verantwoorden in de aandeelhoudersvergadering, waar de mensen die het werk doen niet eens vertegenwoordigd zijn.

Het zijn gapende leemtes in onze wetgeving, op z’n zachtst gezegd. Juridisch gezien is er niets aan te doen, zeggen onze politici keer op keer. Dat is laf. Ze willen zich niet inzetten voor rechtvaardige wetgeving. Daar is niets aan te doen. Waar niet is, verliest de koning zijn recht. De vakbeweging houdt zich stil.

De vakbondsleiders zijn zelf ten prooi gevallen aan de neoliberale denktrant en de preoccupatie met de aanbodeconomie die daarbij hoort. Waarom maken de vakbonden niet samen een vuist binnen Europa? Alleen zij kunnen nog iets uitrichten tegen concurrentievervalsing door ongelijke beloning en braindrain door migratie. Arbeiders zijn loonslaven en hebben recht op meer zeggenschap en op gelijkberechtiging. (Het is niet eens juist dat de “werkgever” zelf niet onder de betreffende collectieve arbeidsovereenkomst valt.)

Misschien menen hun vertegenwoordigers machteloos te staan tegenover het samenwerkingsverband van de politieke elite en het grote geld (topbankiers, machtige bedrijven enz.), neoliberale media, parlementariërs, enz. Neem dan eerst eens stelling. Spreiden van inkomen, kennis en macht is nog steeds een goed streven. Ze durven dat niet meer uit te spreken. Zouden ze worden uitgelachen?

The have’s and the have-not’s

De alarmerende bevindingen van de econoom Piketty zijn geloofd en geprezen om ze te verbannen naar de buitenste duisternis. Hij signaleert een steeds sterker toenemende ongelijkheid tussen vermogenden en mensen zonder kapitaal, wereldwijd. Van de westerse landen zijn de VS het ergste. Die kant gaan we op. Alle privé kapitaal is onttrokken aan de staat, dus aan democratie, en richt schade aan.

Ga niet mee in het moderne amorele denken, vakbondslieden, journalisten of wie er nog principes op na houdt. Die groeiende ongelijkheid gaat gepaard met steeds meer persoonlijke ellende – die heeft men dan ideologisch gesproken aan zichzelf te wijten - en mondt uit in destructie. In de heersende ideologie is dat laatste onmogelijk. Dat is juist zo gevaarlijk. We zien het gebeuren in de islamitische staten in het Midden Oosten en Noord Afrika, en ook hier.
De zeer rijken profiteren van de armoede van velen, zoals de adel eeuwenlang deed. Ze maken de armen nog armer. Piketty toont dat eigenlijk aan. In de corrupte Derde Wereld is dat overduidelijk. Maar bij ons in het rijke westen is het in principe niet anders. Er is veel legale corruptie, dat wil zeggen legale vormen van corruptie.

De vakbeweging heeft de wildgroei van tijdelijke arbeid en schijnconstructies niet tegengehouden. Het is slechte werkgelegenheid, slecht voor de levenskwaliteit van de flexwerkers. Hebben morele overwegingen nog wel enige waarde in het neoliberale denken? Neen. Men is bereid tot wat “windowdressing” achteraf, voor de mooie beeldvorming.

Overheidsbemoeienis

Waarom worden alle inkomens niet eenvoudigweg uitbetaald via de staat, dus via de belastingdienst onder toezicht van regering en parlement? Banken en bedrijven komen dan onder een vorm van staatstoezicht te staan. Belastingfraude, zelfverrijking, schijnconstructies enz. worden haast onmogelijk. Belastingheffing wordt eenvoudiger en de FIOD effectiever. Belastingafdracht door multinationals kan worden afgedwongen. Justitie kan gemakkelijk ingrijpen. Voordelen te over.

Natuurlijk zou de machtige financiële wereld zich daar uit alle macht tegen verzetten. Het is vloeken in de liberale kerk die afkerig is van staatsinvloed en alle heil verwacht van particulier belang en initiatief.

Toch zou in een beschaafde samenleving de overheid als betrouwbaar worden beschouwd vanwege alle staatsrechtelijke waarborgen en vanwege de menselijke instituties in algemene zin. En een communistische maatregel hoeft niet slecht te zijn. Juist door steeds verantwoordelijkheid af te schuiven, is de overheid onbetrouwbaar geworden. Alle traditionele partijen doen mee aan die onverschillige neoliberale waan. Het gaat voor hen alleen nog maar om geld. Ze spannen het paard achter de wagen.

Hongersnood ( in Noord Afrika) ten gevolge van manipulatie van de internationale graanhandel door speculanten liet het complete establishment dan ook volkomen onverschillig. Het begin van de Franse revolutie was toevallig precies zo: een hongeroproer in Parijs, omdat het graan werd vastgehouden in de pakhuizen om de prijs te laten stijgen.

Lees verder >>>