Wijsheid uit het Oosten
KOPIJ VOOR ‘INTENSIEF’ NAMENS DE PARTICIPANTEN
26-4-2013

      Jan Wedeven

Onderstaande kopij, anno 2013, schreef ik voor het maandblad van het Groninger Studentenpastoraat, alias Platform voor levensbeschouwing, namens de participanten - ouderen die zich bij dezelfde kerkgemeenschap hebben aangesloten.

Heroriëntatie

De mens is een religieus dier. Zo zegt emeritus hoogleraar Kuitert het graag.
In onze tijd raakt men wat uitgekeken op het traditionele instituut genaamd kerk. Het kerkbezoek loopt terug. Velen zoeken elders onderdak voor hun religieus “instinct”.
Soms vindt men aanknopingspunten in de New Age beweging, al is die misschien alweer wat op z’n retour. Soms rechtstreeks bij oosterse wijsheid: Boeddhisme, al dan niet in een westerse snit, Zen, of esoterische wijsheid in enigerlei vorm. Er zijn ook altijd nog veel mensen die zich juist prettig voelen bij een bevindelijk en traditioneel Christendom á la EO. Een aparte categorie vormen de sektes (“Efraïm” is een recent voorbeeld), en de goeroes, zoals Osho - dat is wijlen meneer Baghwan - of Jomanda (- meer een ingeleide profetes, mijns inziens). Ze komen en gaan, profiterend van het gevoel van onzekerheid van geestelijk daklozen.
Allicht wordt de ruime belangstelling voor religie die vooral op meditatie is afgestemd, mede verklaard door de jachtigheid van het moderne leven. Mindfullness, hetzelfde als de aloude Vipassana-meditatie, is erbij gekomen (naschrift j.w. sept. 2017).
In het klimaat van heroriëntatie dat is ontstaan, krijgt ook de oude Gnosis weer aandacht, vooral van diegenen die al vertrouwd waren met het Christelijk geloof. Deze godsdienstige traditie heeft z’n wortels in de oertijd van het Christendom. De Gnosis vertoont duidelijke raakvlakken met oosterse religieuze tradities. Dat lijkt mij zo, al las ik dat nergens met zoveel woorden. Deze oude Gnostische traditie, een stroming binnen het Christendom, schenkt meer aandacht aan het innerlijk, de persoonlijke beleving, hecht daar wellicht meer zelfstandige betekenis aan dan bij ons katholicisme en protestantisme het geval is.

Wat behelst die gnostische wijsheid? Zijn de inzichten van de ‘Gnosis’ (gnosis = ’kennis’ in het oud-Grieks) waardevol voor onze tijd, de 21e eeuw na Christus? Heeft het wel zin om het te hebben over die oude “kennis des harten” in deze turbulente tijd; een tijd van terreur, “djihad”, oorlog, de aids-epidemie, grote aantallen vluchtelingen verspreid over de wereld, internationalisatie hoe ook genaamd, terrorisme en barbarij? - Ja, juíst wel… Laat ik me beperken tot dit antwoord.

Laat ik beginnen iets te vertellen over het oude Thomas-evangelie dat als gnostisch kan worden beschouwd, een lijst van 114 uitspraken die afkomstig zouden (kunnen) zijn van Jezus, via een oude overlevering. Sommige uitspraken (‘Logia’) komen wat mysterieus over, enkele zelfs cryptisch. Veel teksten in dit document hebben inderdaad een gnostische inslag, hoewel daar ook wel anders over wordt gedacht. De meeste van deze logia getuigen van grote wijsheid. Vaak is er onmiskenbare overeenstemming met bekende Jezus-woorden uit de Bijbelse evangelieverhalen.

Boekrollen uit de vierde eeuw

Het oude manuscript is kort na de Tweede Wereldoorlog ontdekt. Een Egyptische boer vond boekrollen van perkament met een koptische tekst in een oude waterkruik. Het manuscript bleek te dateren van begin vierde eeuw. Een waarlijk opzienbarende ontdekking! Het bleek mogelijk een behoorlijke reconstructie te maken van de aangetroffen teksten, waarvan dit evangelie er één is. De Nederlander G. Quispel heeft veel tot die reconstructie bijgedragen met waardevol pionierswerk. In één van zijn boeken las ik, dat hij van mening is dat dit Thomas-evangelie hoogstwaarschijnlijk gebaseerd is op een andere bron en via een andere overlevering tot ons is gekomen, dan bij de Bijbelse evangeliën het geval is. (Men veronderstelt wel dat Marcus, Lucas en Matheus een gemeenschappelijke bron, ‘Q’, hebben.)
Het schijnt zo te zijn geweest dat toen na de kruisiging van Christus, Zijn leer zich vanuit Jeruzalem verspreidde, her en der in Palestina en omgeving teksten over Jezus verschenen onder zijn volgelingen.
Hij beweert bovendien – dan heb ik het dus over Quispel - met zoveel woorden dat de tekst hoogstwaarschijnlijk onafhankelijk van die bijbelboeken tot stand is gekomen. Ik heb echter zo’n vermoeden dat hij in zulke gevallen beter kan zeggen: ‘misschien’. Veel schrijvers over dit intrigerende manuscript laten zich op den duur op sleeptouw nemen door hun eigen enthousiasme. Dat is echt opvallend. En ook wel een beetje begrijpelijk ‘misschien’(!).
Ook is deze deskundige de mening toegedaan – een mening die nu juist weer niet erg in zijn straatje past - dat dit geschrift ‘encratitisch’ is, d.w.z. beïnvloed door denkbeelden van een eigenaardige sekte uit die tijd. (De aanhangers dronken geen wijn, aten geen vlees – dat is nog tot daaraan toe - en waren tegen het huwelijk, met een beroep op Paulus. Mocht deze sekte inderdaad invloed hebben gehad op de inhoud, dan lijkt mij dat niet direct een extra aanbeveling voor dit boek van Thomas.)
Zo zie je maar, merkwaardige sektes zijn van alle tijden. Ze komen en gaan, al zijn sommige erg hardnekkig. Miriam Crajé merkt op dat het christendom van origine een joodse sekte is, in de eigenlijke betekenis van afscheiding.

In dit Thomas-evangelie - hier dus niet in de vorm van een verslag van Jezus’ optreden op aarde - lees je, dat Gods Koninkrijk in ons is en buiten ons; dat wanneer wij in afwachting zijn van het Koninkrijk Gods, wij zouden moeten inzien dat dit al gekomen is. Er zijn ook eigenaardige uitspraken bij: over ‘het Al’ bijvoorbeeld.
Je vindt hier en daar ook prachtige gelijkenissen en metaforen van Jezus, die we al kenden uit de Bijbel, van de zaaier bijvoorbeeld, of die van de pachters, van het mosterdzaadje, het onkruid ‘dolik’ of die van het zuurdesem, zij het in andere bewoordingen of in een andere variant.
Bij Thomas is de weergave vaak kernachtiger. Daarom zouden ze wel eens dichterbij de oorspronkelijke woorden van Jezus kunnen staan. Veel deskundigen denken daar zo over. We treffen ook aan de metafoor van de oude wijn in nieuwe zakken – niet doen, anders bederft ze - voorafgegaan door de stelling dat wie oude wijn drinkt, daarna niet direct verlangt naar jonge wijn. Wie zou dat niet kunnen beamen? Zeer verschillende teksten zijn het, in een lange opsomming.
Intrigerend is Logion 22, waarin ons wordt opgedragen, onze binnen- en buitenkant, en evenzo het mannelijke en het vrouwelijke in ons, te verenigen tot een eenheid. Het doet denken aan het streven naar harmonie van ‘yin’ en ‘yang’ uit het oude China van Confucius en Lao Tse. Als ik dit zo verwoord, geef ik daarmee mijn eigen interpretatie weer.
Miriam Crajé zegt hierover: ‘in het Thomas-evangelie komt inderdaad naar voren dat het mannelijke en het vrouwelijke opgeheven moet worden.’ Ze wijst erop dat androgyniteit als een ideaal gold; in de optiek van dit geschrift is dit dus het geval. Het ‘worden als de kinderen’ wat aan het begin van ditzelfde logion voorkomt, kan je dan interpreteren als terugkeren naar de preseksuele fase, iets wat hier dan als ideaal wordt voorgesteld. De taal van dit Logion is heel dichterlijk en krachtig. Dat is bij veel, zo niet de meeste Logia zo. Hierdoor kun je je niet aan de indruk onttrekken dat de woorden een authentieke achtergrond hebben, zelfs al komen ze via vertaling op vertaling tot ons.
Wat hiervan moge wezen, bijzondere uitspraken zijn het zeker, en waardevol zijn ze ook, lijkt mij.
Tenminste, dat geldt voor vele, lang niet voor alle. Dat is dan natuurlijk mijn persoonlijke mening. Objectiviteit is hier haast niet mogelijk. Wie is helemaal onbevooroordeeld in dit soort zaken? Er bestaat hier so wie so geen algemene maatstaf, menselijkerwijs gesproken.

De kennis des harten

Wat is het kenmerkende van die zogeheten Gnosis? Wat ik ervan begrijp is dat het algemene filosofische uitgangspunt is, dat diepere kennis, althans het streven daarnaar, van een hogere orde is dan ‘geloof’. Dat zou dus betekenen dat kennisnemen van het hogere rechtstreeks mogelijk is; en meer een kwestie van voortschrijdend inzicht dan een (plotselinge) aha-erlebnis als door een ‘bekering’.
Vergelijk ook Logion nr. 70 van Thomas - "als jullie baren wat in je zit, zal dat wat jullie in je hebben jullie redden…”. Dat spreekt mij wel aan. Ons bewustzijn ontwikkelt zich. Anderzijds lezen we, niet alleen bij Thomas, dat we zouden moeten zijn als de kinderen. Dat hoeft natuurlijk niet onderling tegenstrijdig te zijn, als het gaat om de onbevangenheid van een kind.
Deze invalshoek, bestaande in deze ‘kennis des harten’, lijkt me een waardevolle aanvulling op ons christelijke gedachtegoed.
Het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent, zegt Pascal. Die uitspraak zou je hiermee in verband kunnen brengen (naschrift j.w.).

Overigens is het Thomas-evangelie niet kenmerkend voor het gnostische gedachtegoed, al kan het daarin wel tamelijk goed ingepast worden. ‘Het geheime boek van Johannes’ geldt wel als zodanig.
De basisgedachte van het oorspronkelijke gnosticisme is dat verlossing van de boze wereld kan worden bewerkstelligd door het goddelijke in ons te benutten om de waarachtige kennis te verwerven.

Als je dit evangelie eens wilt bekijken, kan de volgende vertaling met commentaar worden aanbevolen:
“The Gospel of Thomas” van Richard Valantatis, (London, 1997). Tot slot van deze korte verkenning zou ik nog dit willen zeggen: Lucas voerde de wijzen uit het oosten toch niet voor niets ten tonele in zijn evangelieverhalen?