Jakobs bedrieglijke geschiedenis (3)

      door mr J. Wedeven

De rol van Laban

Wie is Laban? Veeboer Isaäk (vader van Jakob en Ezau) is stamhoofd en erfopvolger van zijn vader Abraham de nomade. Hij is getrouwd met Rebecca, een zuster van de arameeër Laban die ook veeboer is, en leider van zijn eigen clan. Laban is dus een oom van Jakob. de zoon van Isaäc.

De periode bij Laban ( twintig jaar) is de kern van het verhaal. Hij is gastvrij en loyaal. Dit tijdvak zou het omslagpunt moeten zijn voor de hoofdpersoon. En dat is het niet. Hier krijgt Jakob alle gelegenheid zich te beteren, maar het gaat hem slechts om het gewin.

Na zijn oorspronkelijke misdrijf zakt hij voor de proef op de som, door opnieuw bedrog te plegen om zich te verrijken. Genesis laat daar geen twijfel over bestaan. Dan pas komt zijn schuld in het geding: namelijk wanneer hij zich wil verzoenen met broer Ezau. We zagen dat er geen reden is te veronderstellen, dat hij zich schuldig voelt jegens Laban.

Schuldbesef; erkentelijkheid

Zijn schuld tegenover Laban - namelijk het bedrog dat de auteur zelf benoemt: de enige plaats in de tekst waar hij zich commentaar veroorlooft - speelt verder geen enkele rol in het verhaal, alsof die schuld niet bestaat. We kunnen slechts gissen of de hoofdrolspeler zich ooit heeft moeten verantwoorden voor dit bedrog. Het lijkt daar beslist niet op.

Hij weet dat hij schuldig is tegenover broeder Ezau, maar hoever zijn schuldbesef reikt, blijft in het ongewisse. Hij doet wel boete om met zichzelf in het reine te komen in een confrontatie met een onbekende god, die hem werkelijk straft. Die god geeft hem de naam Israël - een promotie. Maar meteen daarna is hij oneerlijk: tegenover Ezau zelf, nog tijdens hun hereniging. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Egoïsme en hebzucht prevaleren boven schuldbesef, erkentelijkheid en sympathie - kortom boven medemenselijkheid.

Interpretatie

Het kolossale bedrog aan het begin van het verhaal heeft mythische allure en zet de toon. Daar kom ik straks op terug. We bekijken nog even de momenten die het interessantst zijn voor de interpretatie van het verhaal.

Laban getuigt van mensenkennis door niet zomaar zijn mooie dochter weg te geven. Het verwisselen van Rachel met Lea spreekt tot de verbeelding, maar is van ondergeschikt belang omdat Jakob haar een week later toch krijgt. Daarvoor moet hij langer blijven werken. Dat is niet oneerlijk. Wie denkt - ´boontje komt om zijn loontje´, is wat te snel. Laban verbergt flink wat vee, dat voor Jakob als beloning bestemd was. Maar de veestapel die Jakob verkrijgt, weet hij uit te breiden met listen en tovenarij.

Na twintig jaar zit zijn arbeidstijd erop. Hij eigent zich toe wat hij heeft verdiend en gaat er in het geheim mee vandoor - bedrog, zegt Genesis. Laban heeft twee dochters aan hem uitgehuwelijkt. Hij belastert nu Laban om die dochters mee te kunnen nemen.

Laban achterhaalt hem. Als veeboer en als hoofd van zijn clan is hij zwaar benadeeld. Hij sluit toch vrede met zijn weggelopen compagnon, omdat hij zo verstandig is.

Zo heeft de “held” grote rijkdom verkregen. Een deel daarvan kan hij mooi gebruiken om de vijandschap van zijn broer af te kopen. Broer Ezau, die dat geschenk niet nodig heeft, vergeeft hem. Maar Jakob, de huichelaar, durft zich niet werkelijk met hem te verzoenen. Na hun hereniging reist hij stiekem een andere kant op na zijn broer te hebben voorgelogen. Dat is weer bedrog. Zo zit het verhaal in grote lijnen in elkaar.

Valt er nog iets positiefs te zeggen over de hoofdpersoon van deze mythe? Hij heeft zich aardig uitgesloofd met Rachel in het vooruitzicht, en ook daarna nog dertien jaar. Hij was succesvol, hij heeft goed geboerd en is rijk geworden. Daar kan het grotere verhaal van de aartsvaders mee voort.

Tragedie

En eigenlijk is dat natuurlijk een heel cynisch gegeven, dat de schrijver van Genesis ons hier in de maag splitst. Dan moeten we het verhaal wel op waarde schatten en niet zoetsappig opvatten.

List en bedrog worden beloond, en staan hier zelfs aan de basis van een heel volk. Jakob is gestraft bij Jabbok voor zijn wangedrag. Zijn hebzucht en huichelarij jegens Laban vallen daar niet eens onder. Daarna is hij meteen weer oneerlijk, nota bene bij de hereniging met zijn bedrogen broer. Daarmee is hij gezakt voor zijn tweede herexamen. (Het eerste herexamen was bij zijn oom op de boerderij).

De “pseudo-moraal” zou daarom moeten zijn, dat egoïsme, hebzucht, huichelarij, list en bedrog weliswaar slecht zijn, maar toch vergeeflijk: namelijk voor wie het slim aanpakt zonder zich van de wijs te laten brengen door schuldgevoelens, mits alles voordelig uitpakt voor de bedrieger zelf. Dat is de cynische bottom line, de anti-moraal. De lezer wil er liever niet aan geloven. En toch, de hoofdpersoon is consequent de onverbeterlijke schurk.

Lees verder >>>