Verantwoordelijkheid en verantwoording in de gezondheidszorg

- Man soll sein Glauben finden wo man es gelassen hat. -

     Jan Wedeven, juni 2021

Mensen maken fouten. Ze kunnen zich vergissen. Dat is onvermijdelijk. Ook in de (somatische) gezondheidszorg worden fouten gemaakt. Er wordt heel wat met de mantel der liefde bedekt, schijnt het. Daar staat tegenover dat grove fouten over het algemeen snel aan het licht zullen komen en dat een arts zich heeft te verantwoorden.

In de psychiatrische gezondheidszorg, de ggz, ligt dat anders. Bij de behandeling van psychiatrische patiënten worden fouten gemaakt, ook grove fouten. Dat kan daar gemakkelijker gebeuren dan in de gewone medische zorg. De verantwoordelijkheid voor een verkeerde psychiatrische behandeling mag niet worden afgeschoven op de patiënt. Dat het als vanzelfsprekend aan de patiënt zelf ligt dat het niet goed met hem/haar gaat of zelfs van kwaad tot erger, is een verkeerd uitgangspunt dat rampzalige gevolgen kan hebben.

Het hoeft geen kwaadwilligheid of onzorgvuldigheid te zijn om daarvan uit te gaan. Het kan het gevolg zijn van beroepsdeformatie, iets dat veel voorkomt in de ggz. Het gaat vaak gepaard met onverschilligheid van de arts c.q. zijn personeel. Fouten die gemaakt worden, mogen niet aan de patiënt worden toegeschreven. Zo is het ook in de gewone geneeskunde. Maar bij psychiatrische hulpverlening, vooral op gesloten afdelingen, kan dat al te gemakkelijk gebeuren. Veel onrecht en leed is onopgemerkt gebleven. Zelfreflectie en interne dialoog zijn niet de sterkste punten van de ggz.

* Zo is bijv. afwezigheid van “ziekte-inzicht” een gevaarlijke diagnostische toevoeging die zichzelf altijd lijkt te bevestigen. Niet geloven in de diagnose of gebrek aan vertrouwen in de behandeling kan terecht zijn en juist niet getuigen van gebrek aan inzicht. Patiënten of cliënten in de ggz worden helaas niet altijd serieus genomen en hun wil wordt niet altijd gerespecteerd. Indien enigszins mogelijk dient men weldegelijk rekening te houden met de wil of de wens van de patiënt die in de eerste plaats een méns is.

* En zo kan bijv. een verkeerde psychiatrische diagnose een eigen leven gaan leiden doordat deze zichzelf lijkt te bevestigen of omdat de arts niet of niet effectief wordt tegengesproken. Een psychiatrisch ziektebeeld is uiteindelijk gebaseerd op statistiek en is dus niet iets wezenlijks en een diagnose evenmin.

* Gedrag kan gemakkelijk verkeerd worden geframed met alle gevolgen van dien, zoals bijv. ten onrechte isoleren. Dat laatste zal tegenwoordig niet vaak meer voorkomen. Isolatie is een barbaarse methode om het slachtoffer ervan tot rust te laten komen. Het getuigt van onvermogen. Zit er echt niets anders op, dan zou het niet voor onbepaalde tijd moeten zijn toegestaan. Dat is te beschadigend. In gevangenissen mag dat niet. En ook de andere waarborgen bij isolatie als strafmaatregel voor gedetineerden zouden evenzeer moeten gelden in geval van psychiatrische hulp. Die waarborgen staan vermeld in de Gevangenismaatregel.

De verantwoordelijkheid voor een verkeerde behandeling kan dus gemakkelijk worden afgeschoven op de persoon in kwestie in diens hoedanigheid van psychiatrisch patiënt. Die hoedanigheid werkt vaak als een label in de communicatie; zie mijn artikel over communicatie op deze website, de laatste vier paragrafen. Zo worden gemaakte fouten aan de patiënt toegedicht.

Een behandelend arts hoeft zich in de praktijk van de psychiatrie niet daadwerkelijk te verantwoorden. Een kwalijke zaak. Niet tegenover de patiënt die niets heeft in te brengen. Ook niet tegenover de inspectie voor de ggz die vertrouwt op de hulpverlening, als die al iets doet. En ook niet in een klachtenprocedure die veel obstakels kent en niet onbevooroordeeld verloopt. Het dossier is voor patiënt moeilijk toegankelijk en hij of zij wordt er niet bij betrokken. En ook tegenover anderen - artsen, verpleegkundigen of derden - is het dossier geen verantwoording, maar slechts een kennisgeving waarbij feiten en meningen niet gescheiden worden. Wanneer de behandeling slecht is, is de tekst in het dossier dienovereenkomstig: onzinnig.

Alles bij elkaar genomen: het grote risico van fouten die worden genegeerd of niet opgemerkt en het ontbreken van een reële en verplichte verantwoording door de arts of de verpleging maken iets als geestelijke gezondheidszorg tot een hachelijke aangelegenheid. Betere wet- en regelgeving en een betere inspectie zijn daarom noodzakelijk.