Home Essays Muziek Huiswerkbegeleiding Varia E-mail

Tien Stellingen

1) Vrijheid van meningsuiting is iets anders dan vrijheid om haatdragende taal, verdachtmakingen en laster te verspreiden of om geweld te prediken: een dusdanige vrijheid bestaat niet.


2) Het recht op vrije meningsuiting is iets anders dan de vrijheid van meningsuiting. Dat recht is geen heilig en onschendbaar recht, maar slechts een persoonlijke bevoegdheid voor ieder mens welke inherente beperkingen kent.


3) Het recht op vrije meningsuiting wordt begrensd door de categorische imperatief. De CI houdt in dat men de ander/anderen dient te bejegenen in woord en daad zoals men het zelf zou willen in een soortgelijke situatie. De CI is een gebod en een plicht in morele zin → gij zult en gij moet ... .


4) De trias politica, de voornaamste eigenschap van de democratische rechtsstaat, is grondig bedorven door algemeen gangbare neoliberale politiek; grootschalige belangenverstrengeling heeft de trias politica grondig bedorven en heeft van de rechtsstaatgedachte een illusie gemaakt.


5) In de kapitalistische neoliberale staat is het welzijn van de burgers ondergeschikt aan bedrijfseconomische belangen; status, winstbejag en willekeur maken de dienst uit.


6) De propositie: “de hogere machten zijn niets anders dan een menselijke projectie” - (metafysica is dus een illusoir concept, verbeelding) - is onweerlegbaar, maar daarom nog niet per se juist.


7) “De hogere machten - god - bestaan niet” is een nutteloze propositie cq een zinloze hypothese - een schot in het duister. Een negatieve veronderstelling, zoals bijvoorbeeld deze, kan als hypothese hoogstens zichzelf bevestigen als petitio principii, en is dus zinledig. Het is zinvol en nuttig uit te gaan van iets positiefs. En het is nutteloos en onzinnig uit te gaan van iets negatiefs. God is caritas en bona fides. Dat is menselijkerwijs gesproken een zinvol uitgangspunt.


8) Geloof (fides) is vertrouwen (fides) in de goede wil van God en de bereidwilligheid daarnaar te leven. Het is Gods wil dat wij om Hem geven, en ook dat wij om elkaar en om onszelf geven.


9) Bona fides & caritas samen genereren het goede leven en de rechtvaardige samenleving.


10) In de wiskunde lijkt de mens zichzelf te kunnen overstijgen. Quod erat demonstrandum wordt echter (altijd) a priori gedefinieerd door onze menselijke predispositie.

Jan Wedeven       

Home Essays Muziek Huiswerkbegeleiding Varia E-mail

Tien Stellingen

1) Vrijheid van meningsuiting is iets anders dan vrijheid om haatdragende taal, verdachtmakingen en laster te verspreiden of om geweld te prediken: een dusdanige vrijheid bestaat niet.


2) Het recht op vrije meningsuiting is iets anders dan de vrijheid van meningsuiting. Dat recht is geen heilig en onschendbaar recht, maar slechts een persoonlijke bevoegdheid voor ieder mens welke inherente beperkingen kent.


3) Het recht op vrije meningsuiting wordt begrensd door de categorische imperatief. De CI houdt in dat men de ander/anderen dient te bejegenen in woord en daad zoals men het zelf zou willen in een soortgelijke situatie. De CI is een gebod en een plicht in morele zin → gij zult en gij moet ... .


4) De trias politica, de voornaamste eigenschap van de democratische rechtsstaat, is grondig bedorven door algemeen gangbare neoliberale politiek; grootschalige belangenverstrengeling heeft de trias politica grondig bedorven en heeft van de rechtsstaatgedachte een illusie gemaakt.


5) In de kapitalistische neoliberale staat is het welzijn van de burgers ondergeschikt aan bedrijfseconomische belangen; status, winstbejag en willekeur maken de dienst uit.


6) De propositie: “de hogere machten zijn niets anders dan een menselijke projectie” - (metafysica is dus een illusoir concept, verbeelding) - is onweerlegbaar, maar daarom nog niet per se juist.


7) “De hogere machten - god - bestaan niet” is een nutteloze propositie cq een zinloze hypothese - een schot in het duister. Een negatieve veronderstelling, zoals bijvoorbeeld deze, kan als hypothese hoogstens zichzelf bevestigen als petitio principii, en is dus zinledig. Het is zinvol en nuttig uit te gaan van iets positiefs. En het is nutteloos en onzinnig uit te gaan van iets negatiefs. God is caritas en bona fides. Dat is menselijkerwijs gesproken een zinvol uitgangspunt.


8) Geloof (fides) is vertrouwen (fides) in de goede wil van God en de bereidwilligheid daarnaar te leven. Het is Gods wil dat wij om Hem geven, en ook dat wij om elkaar en om onszelf geven.


9) Bona fides & caritas samen genereren het goede leven en de rechtvaardige samenleving.


10) In de wiskunde lijkt de mens zichzelf te kunnen overstijgen. Quod erat demonstrandum wordt echter (altijd) a priori gedefinieerd door onze menselijke predispositie.

Jan Wedeven