Open brief aan mijn neef Jurjen Bade, zoon van ds Herman Bade zaliger

     9 januari 2021

Beste Jurjen,

Je schreef mij een mooie brief, vorig jaar. Die ging over huize Wedeven, zoals jij dat gezin hebt beleefd. Een leuke geïnspireerde brief. Ik heb die brief helaas niet meer. Ik verkeerde in die tijd in een niet erg prettige toestand en kon het niet opbrengen jouw brief te beantwoorden. Ik doe dat nu door middel van deze open brief. Mijn eigen ervaringen met mijn ouders in mijn jonge jaren en ook later zijn helaas totaal anders dan die van jou, Jurjen.

Toen ik ongeveer twintig jaar was, om maar met de deur in huis te vallen, was ik opgenomen in Dennenoord, Zuidlaren, een in die tijd beruchte inrichting waar je maar beter niet terecht kon komen. Mijn vader maakte mij - god betere het - geen geld meer over toen ik daar zat. Zijn dochters die ook studeerden kregen gewoon hun geld. Maar Jan kreeg niks meer en moest maar op een houtje bijten, en dat onder voor hem barre omstandigheden. Jouw dierbare oom Harry stortte zijn eigen zoon in het ongeluk, willens en wetens. Ik werd een paria onder de paria's, een paria in het kwadraat om het zo maar te zeggen. Ik bezat niet veel meer dan de kleren die ik aan mijn lijf had en ik werd volgepropt met psycho-farmaca op basis van een foute diagnose. Voor mij was er geen weekendverlof want ik had niet eens geld voor de bus.

Ik voel mij verwant met vluchtelingen als die op Lesbos of die hier in Nederland. Zij bezitten vaak ook weinig of niets. Niet volgepropt met medicijnen, dat niet, maar wel zonder verblijfsvergunning en steeds benaderd met wantrouwen. Ik kreeg daar niet genoeg te eten, op Dennenoord. Ik vermagerde en ik kreeg bloedvergiftigingsverschijnselen. Het was daar gevaarlijk voor mij.

Ik belde mijn vader op met behulp van een kwartjestelefoon, ik had nog wat kwartjes. Ik viel hem lastig, want hij was bezig vonnissen te schrijven. Sic. Hij bleef mij mijn geld weigeren op boze toon, nijdig. Mijn moeder wist er van. Ik heb haar nog een bedelbrief gestuurd, tevergeefs.

Ik kom terug op huize Wedeven Bade. Binnen het gezin bekleedde ik een speciale positie. Ik mocht beslist niet kwaad worden in tegenstelling tot de andere kinderen. Dat werd niet getolereerd door mijn vader. Ik moest altijd aardig zijn. Als ik verdrietig was, moest ik flink zijn. Mijn vader kon zomaar vreselijk tegen mij te keer gaan. Daar was niet eens een aanleiding voor nodig. Hij kwam dan met kwade verwijten, valse beschuldigingen op boze toon, nijdig. Hij stuurde mij voor straf de kamer uit. De andere kinderen werden nooit de kamer uit gestuurd . Mijn moeder hield zich dan onverschillig, ook achteraf.

Ik besef, Jurjen, dat dit alles voor jou haast niet te geloven is. Ik was altijd wat bang van deze man, wiens voortreffelijkheid geen grenzen kende getuige de lovende toespraken op zijn begrafenis. Ik vrees dat er veel schone schijn was. En helaas ook veel schijnheiligheid. Mijn zus Elsbeth, mijn geliefde zus met wie ik een speciale band had, is het kind van de rekening geworden. Zij was de goedheid zelve, maar ze kon zich niet verdedigen. Je kunt je haar ongetwijfeld nog herinneren. Ze was intelligent en ze had veel gevoel voor humor. Ze had jammer genoeg weinig gevoel van eigenwaarde. Dat werd er niet beter op toen ze veel later dan ik in de ggz terecht kwam.

Over de ggz: de ggz in de vorige eeuw en begin deze eeuw was een verkeerde instelling. Er hebben zich vreselijke wantoestanden afgespeeld die het daglicht niet verdragen onder de dekmantel van hulpverlening. Kwade trouw mijns inziens, mala fides. Ik zeg daar het een en ander over in het hoofdstuk over communicatie op deze website. Het zit mij niet lekker dat die toestanden altijd verborgen zijn gebleven. Ik heb er ooit een brief over geschreven aan minister Hirsch Ballin, ondertekend met mijn naam en mijn meesterstitel. Die schoof de brief door naar Ab Klink. En die liet hem beantwoorden door een hoge ambtenaar. Ik heb in die tijd ook brieven geschreven aan Kamerleden, vóór de begrotingsbehandeling van Volksgezondheid. Geen van deze Kamerleden heeft mijn brief beantwoord. Kennelijk wil men zijn vingers niet branden aan deze problematiek.

Het is allemaal niet om vrolijk van te worden, Jurjen. Dat spijt me. Ik zat meer dan veertig jaar lang verstrikt tussen ontaarde ouders en een ontaarde ggz. Ik heb in verschillende inrichtingen gezeten. Ik ben drie keer ontsnapt en gevlucht, twee keer met succes. Ik heb mensen de vernieling in zien gaan. Zelf ben ik telkens uit de as herrezen wonder boven wonder. De hogere machten zijn mij per saldo toch goed gezind geweest. Ik heb nooit iets tegen mijn vader ondernomen. Het was frapper frapper toujour. Aai poes, aai poes, rotkat.
Naast mijn familie en buiten de ggz had ik ook altijd nog een ander leven, gelukkig maar.

Hoe denk ik zelf over mijn geestesziekte? Ik ben niet geestesziek. Ik ben in de kern geestelijk gezond en als je dat bent, weet je dat. Ik heb me nooit iets wijs laten maken wat daarmee in strijd is. Mijn opnames bij de ggz hadden een psychologische achtergrond. Die is passender en realistischer dan elke psychiatrische diagnose. Ik ben affectief verwaarloosd, daarbij hoog sensitief en daardoor extra kwetsbaar.

Toen mijn ouders eindelijk in hun graf lagen - excusez les mots - en de ggz zich langzamerhand had hervormd, waren alle verschrikkingen en ontberingen voorbij. Maar al die traumatische ervaringen gleden niet zomaar even van mij af. Ik raakte in een diepe depressie. In die toestand ontving ik jouw brief, Jurjen. Jouw goede neef en vriend Jurjen en Marijn hebben mij eervorig jaar en begin vorig jaar voortreffelijk geholpen bij allerlei praktische zaken. Ook mijn zus Nelleke heeft mij geweldig geholpen. Ik heb tegenwoordig prima contact met mijn broer en mijn zus. En ook met Marijn. Eind goed al goed, eerlijkheid gebiedt, en duurt het langst. Ik ben uit het diensthuis geleid, God dank.

Beste Jurjen, tot slot, ik ken jou als een hartelijke en spontane jongeman die er geen problemen mee heeft zijn nek uit te steken, getuige ook de mooie brief die je mij stuurde. Het is fijn dat je een goed huwelijk hebt en dat je goed werk kunt doen. De Afdeling Rechtspraak van de RvS waar jij werkt als rechter ligt momenteel enigszins onder vuur. Doe je best, blijf kritisch. Ik groet je met alle plezier in goede gezondheid en onder comfortabele omstandigheden,

Hartelijke groeten,
Jan