Open brief aan Victor Deodatus, mijn goede vriend

     januari 2021

Beste Victor,

Je werd geminacht in je jonge jaren. Je hebt daar een ijzeren discipline tegenover gesteld en dat was het beste wat je kon doen! Je liet en laat jezelf niets wijsmaken. Dat doe ik ook niet, nooit. We weten onszelf wel te waarderen: onze integriteit, oprechtheid en waarheidsliefde - eigenschappen van de ziel.
We kunnen het kwaad niet negeren, Victor, maar laten we het kwaad daar laten waar het vandaan kwam, indien enigszins mogelijk. Het kwaad is een valse hond die klaarwakker is gemaakt. Het verdient geen geloof of vertrouwen. Het is onwaarachtig, waardeloos en destructief.

Gelukkig heb je de rijpe vruchten kunnen plukken van je vastbeslotenheid ondanks destructie en rampspoed. Dat is fantastisch, Victor. Je houdt altijd tien ballen in de lucht, nog steeds. Zo heb je nu heel veel bagage, in positieve en in negatieve zin. Je bent oorlogslachtoffer maar je kruipt niet in een slachtofferrol. De last van het verleden is zwaar. Jij verstaat de kunst er boven te gaan staan. Dat kan jij beter dan ik, denk ik. Al lukt me dat steeds beter.

Je hebt je verworvenheden, Victor, jouw wijsheid, jouw geestelijke eigendom: inviolable et sacré. Je doet je naam Deodatus eer aan. Je weet die last van het verleden te verlichten door dat kostbare bezit. En vooral door je vergevingsgezindheid. Daar heb ik veel bewondering voor. Ik denk aan Bonhoeffer en aan Mandela en aan Martin Luther King. Ook zij konden vergeven, als navolgers van Christus.

Nu heb je een goed leven. De penitentie is voorbij. En zo is het ook voor mij na alles wat ik heb moeten doorstaan. Het was een vreselijke kwelling.
Je hebt een tentoonstelling georganiseerd. Ik heb je bezig gezien, heel zorgvuldig, met prachtige tekeningen en schetsen. Ik ben zeer benieuwd.

Over vergevingsgezindheid gesproken. Ik kan lang niet alles vergeven wat mij is aangedaan. Ik heb al zo vaak vergeven. Het was frapper frapper toujour. Na meer dan veertig zware jaren in de woestijn ben ik aangeland in een oase, als een vluchteling die eindelijk asiel heeft gekregen.
Het is voor mij wel een hele genoegdoening dat ik nu net als jij een goed leven heb, Victor. Maar zo vergevingsgezind als jij ben ik niet. Wil ik vergeven, zal ik eerst moeten begrijpen. Afgunst, haat en nijd zijn voor mij niet te begrijpen en onbeheerste nijd is onvergeeflijk, helemaal wanneer het je eigen vader is die zich daaraan bezondigt. De afgunstige Kaïn vermoordde volgens de Bijbelse legende zijn bloedeigen broer: uit nijd. Dan is het aan de hogere machten om al dan niet te vergeven.

Het is goed om niet alleen intellectueel bezig te zijn maar ook fysiek, zoals jij benadrukt, in ons laatste telefoongesprek. Laat ik daar mijn voordeel mee doen in coronatijd.

Tot slot van deze open brief plaats ik een mooie en misschien troostrijke tekst als post scriptum. Het is een gedicht van Emily Brontë.

Het ga je goed.

Je trouwe strijdmakker,
Jan.     


No coward soul is mine

    Emily Brontë

No coward soul is mine
No trembler in thy world's storm troubled sphere
I see heavens glories shine    [cursivering jw]
And failth shines equal, arming me from fear

Though earth and man where gone,
and suns and universes ceased to be,
and Thou were left alone,
every existence would exist in thee.

There is not room for Death,
Nor atom that his might could render void.
Thou art Being and Breath.
And what Thou art may never be destroyed.



PPS Een gedicht van Jan Wedeven

Eindelijk

Alle voetangels en klemmen
op het pad van het leven
zijn spoorloos verdwenen.
Eindelijk ben ik vrij.

Wat is ware vrijheid?
Vrij zijn van wat je weet.
Ik doe wat ik doe.
Laat me mijn gang gaan.

Wil je de vrede,
Bereid je ten oorlog.
Zo zijn de mensen.
De oorlog is voorbij.

Eindelijk, eindelijk, eindelijk