Human bondage en emancipatie

    Jan Wedeven, augustus 2021

Theocratie

In de lange schemerige periode van de middeleeuwen (ongeveer van 500 tot 1500 n.C.) geloofde men heilig dat het gezag van kerk en staat – de geestelijkheid en de adel met hun privileges – van goddelijke herkomst was. Hun heerschappij was onbetwistbaar en totalitair avant la lettre. Het denken was theocentrisch, in overeenstemming met de katholieke dogmatiek, de edicten van de paus en het wereldlijke gezag. Het motto was memento mori. Alle hoop was gevestigd op een gelukkig leven na de dood. In deze theocratie heerste geestelijke armoede: verstand en gevoelsleven waren sterk beknot van bovenaf zonder dat men zich daarvan erg bewust was en wie twijfelde aan het gezag was zondig. Ik heb het over de westerse wereld. De meeste islamitische staten zijn nu nog steeds theocratisch: niet alleen de godsdienst is islamitisch, maar ook de cultuur en de politiek.

Een dergelijke slaafse gebondenheid van de geest als in de middeleeuwen noem ik human bondage – een wijd verbreid verschijnsel. De term is afkomstig van de schrijver Somerset Maugham (Of human bondage, 1915), die hem ontleende aan Spinoza: De Servitute Humana … (Ethica (4e deel), in 1678 postuum uitgegeven).

Dit alles laat onverlet dat religie idealiter mensen verbindt in gelijkwaardigheid. Religie kan inspireren tot goede daden en human bondage veroorzaakt door kwaadaardige neigingen bestrijden of teniet doen. Ware religie bevordert emancipatie en algemene vrijheid. Wie vrij is, kan streven naar een gelukkig leven.

Human bondage is niet alleen een collectief verschijnsel met maatschappelijke oorzaken. Het komt ook voor op individueel niveau ten gevolge van persoonlijke omstandigheden, problemen, vooroordelen of aandoeningen.

De renaissance

Tegenover human bondage staat emancipatie. De mens is ongeneeslijk creatief. De beschaving ontwikkelt en verbetert zich hoewel er ook altijd duistere kanten en verkeerde ontwikkelingen zijn. Het menselijk bestaan is helaas problematisch en onderhevig aan human bondage op verschillende manieren. De mens is de mens een wolf, zegt de filosoof Hobbes (Leviathan, 1651) ten tijde van de vroege Verlichting. Die periode komt later nog ter sprake. Het bekrompen theocentrische denken wordt doorbroken in de renaissance. Die begint in de veertiende eeuw op kleine schaal in de Italiaanse stadstaatjes Florence en Venetië. Machiavelli, Dante en Leonardo da Vinci zijn grote namen uit die tijd. Op stagnatie volgt emancipatie. Men – dat wil zeggen de intellectuele bovenlaag en daarvan het vooruitstrevende deel – grijpt terug op de klassieke oudheid en krijgt nieuwe belangstelling voor de mens als individu met veel potentie. Zo voltrekt zich langzaam maar zeker een geestelijke emancipatie. Theocentrisch denken maakt plaats voor antropocentrisch denken. Er ontstaat een nieuwe geestelijke stroming die voortduurt tot in onze tijd, het humanisme: de mens is de maat van alle dingen. Men stelt veel vertrouwen in de rede, de logica en de goede eigenschappen van de mens. Zo komt de wetenschap tot bloei en daar profiteert uiteindelijk de hele samenleving van.

De humanist Erasmus (1466 (?) – 1536) leefde in de tijd van de reformatie in de 16e eeuw. Hij was een pleitbezorger van vrijheid van meningsuiting en tolerantie en in die zin was hij liberaal en progressief naar huidige begrippen. Hij geloofde niet in predestinatie zoals Luther deed en hechtte veel waarde aan goede daden, aan individuele vrijheid en verantwoordelijkheid. Luther dacht op zijn manier dogmatisch en theocentrisch, hoewel hij zich afkeerde van het autoritaire katholicisme. Erasmus had scherpe kritiek op de katholieke kerk (Lof der Zotheid, 1509), maar was tegen afscheiding.

Alle grote geleerden van de 17e en de 18e eeuw, de tijd van de Verlichting en de voorfase daarvan, zoals Spinoza, Descartes, Hobbes en Rousseau, waren vrijgevochten geesten: humanisten en progressieve liberalen. Ze streefden naar religieuze en politieke vrijheid en tolerantie, naar emancipatie en een rechtvaardige samenleving. Ze waren niet alleen rationeel ingesteld maar ook idealistisch en gewetensvol.

De reformatie

Het schisma binnen het Christendom kwam er toch. De reformatie (vanaf 1517) verspreidde zich snel over Europa door de uitvinding van de boekdrukkunst een halve eeuw eerder, en zo werd de hegemonie van de Roomse kerk doorbroken. (Achteraf gezien was het beter geweest als de eenheid bewaard was gebleven en de kerk, die decadent en corrupt was geworden, zich grondig had hervormd. Maar de geschiedenis is niet redelijk en kan op hol slaan als een blind paard.) Deze afsplitsing betekende een grootscheepse emancipatie uit de hiërarchisch georganiseerde machtige wereldkerk. (Voor de Duitse vorstenhuizen waar de reformatie begon, betekende adoptie van het protestantse geloof ook politieke emancipatie omdat ze zich daarmee onafhankelijk maakten van Rome.) Vervolging, brandstapels en godsdienstoorlogen waren het gevolg van de wijdverbreide afsplitsing. Er hing een duur prijskaartje aan deze kerkhervorming.

De protestants geworden leken lazen nu zelf de heilige Bijbelteksten, die de predikanten en de theologen mochten uitleggen. Daarbij veroorzaakten dogmatische geschillen telkens nieuwe schisma’s. Zo is het protestantisme een bonte verzameling denominaties geworden. Dat is niet bevorderlijk voor de geloofwaardigheid van het Christendom. De zwaar-orthodox gelovigen leven in human bondage door overdreven zondebesef, sentimenteel geloof in predestinatie en strenge leefregels. Ze denken theocentrisch als in de middeleeuwen, exclusief en krampachtig. Hier heeft de reformatie zichzelf in de voet geschoten. Godsdienst die mensen belemmert en afzondert, creëert human bondage en is geen gezonde religie. Emancipatie is hard nodig in zulke gevallen.

Liberalisme, socialisme en communisme

De drie ideologische stromingen die drie eeuwen lang, de 18e, 19e en 20e eeuw, hun stempel hebben gedrukt op de politiek, zijn volgens de politicoloog en filosoof Fukuyama (The End of History and the Last Man, 1992), ten einde gekomen. Geïnspireerd door de idealen van de Franse revolutie - vrijheid, gelijkheid en broederschap (solidariteit) en ook: ni Dieu, ni maitre - streefde het liberalisme naar emancipatie van de burgers in een democratische staat.

Het (neo)liberalisme heeft zich in onze tijd – het begin van het nieuwe millennium - te veel verbonden met een ongebreidelde kapitalistische economie. Dit rücksichtslose economisme rechtvaardigt en bevordert een morbide scheefgroei van de eigendomsverhoudingen: nationaal en mondiaal. Gigantische hoeveelheden geld hopen zich op bij individuen met rampzalige gevolgen voor de samenleving. Fukuyama acht (socialistische) re-distributie geboden. Karl Marx schijnt gelijk te krijgen: de heersende ideologie lijkt inderdaad te worden bepaald door de economische verhoudingen; en niet andersom. Doelbewuste belangenverstrengeling ondermijnt de maatschappij nog verder. Dit ontaarde liberalisme gaat hand in hand met een amorele materialistische levensbeschouwing die in overeenstemming is met de empirische menswetenschappen, die in de 19e eeuw zijn ontstaan. (Zie: De amorele kwaliteit van het moderne denken, op deze website).

Verdwazing en uitputting van de aarde

Deze verdwaalde ideologie, deze liberale quasi-religie creëert human bondage op zeer grote schaal – een ellendige geestelijke gevangenis. Men is verblind. Socialistisch en communistisch gedachtegoed dat uitgaat van medemenselijkheid en solidariteit, biedt geen tegenwicht meer aan een kapitalisme met perverse prikkels dat de politiek corrumpeert. Mede door de globalisering is een ‘roofdierkapitalisme’ – zo noemt G.J. Segers (ChristenUnie) het - ontstaan. Gelegaliseerde roofzucht veroorzaakt schrijnend onrecht. De aarde raakt uitgeput door roofbouw en vervuiling. Is de menselijke beschaving bezig zichzelf te gronde te richten? Emancipatie is dringend noodzakelijk: bevrijding van de ideologische en morele verdwazing en de race naar de afgrond.

Een nieuwe renaissance

Wedergeboorte van socialisme en communisme is nodig om ons te bevrijden uit onze postmoderne human bondage: een nieuwe renaissance. Gelijkheid en solidariteit zijn opgeofferd aan blinde goddeloze geldzucht ten koste van de vrijheid. Het als het ware verdierlijkte materialistische denken zou doorbroken moeten worden door principieel, geïnspireerd en idealistisch denken. (Zie: De amorele kwaliteit van het moderne denken op deze website). Zo kunnen de idealen van de Franse revolutie nieuw leven worden ingeblazen. Dat lijkt nog ver weg. Maar er zijn tekenen van bewustwording.